De diepste drijfveren van de mens -de behoefte aan verbinding en de behoefte aan autonomie- komen samen in een liefdesrelatie. De diep verankerde behoefte aan verbinding, aan een veilig thuis, aan de erkenning door een ander, is voor de hand liggend in een relatie. En tegelijkertijd wordt de behoefte aan autonomie, aan zelfstandigheid beantwoord, wanneer er een vertrouwde basis is om naar terug te keren. Een liefdesrelatie vervult niet alleen beide behoeften, maar is ook de vruchtbare bodem waarop de geliefden kunnen uitgroeien tot gezonde, evenwichtige volwassenen. Het gaat dan om een relatie van loyaliteit en intieme emotionaliteit.
Meestal krijgt deze liefdesrelatie vorm als een huwelijk of samenlevingsvorm van twee mensen, al dan niet van dezelfde sekse.
Samen leven in verbinding en in autonomie gaat bijna nooit vanzelf. Conflicten, verwijdering, affaires en het uitdoven van de passie, het is niet te vermijden. Sterker nog: deze issues horen bij de groei van beide partners. Meestal komen mensen hier zelf uit.
Soms lukt dat niet. Dan is het wijs om hulp te vragen.
Ook relaties buiten het vaste kader van een langdurige monogame relatie kennen voor een groot deel dezelfde dynamiek, maar waarbij de partners zelf vaak maar het wiel moeten uitvinden vanwege de uniciteit van hun relatie.
Een liefdesrelatie, in welke vorm dan ook, leidt vaak tot een gezin. Geliefden krijgen kinderen, die op hun beurt veiligheid, liefde en hulp nodig hebben om groot te worden. Soms zijn de kinderen biologisch niet van de volwassenen in het gezin; maar ook dan is er de opdracht aan de volwassenen om beschikbaar te zijn voor de kinderen en hun behoeften aan verbondenheid, autonomie en groei te vervullen. Soms lukt dit onvoldoende en ontstaan er symptomen die ontwikkeling van de kinderen in de weg gaan staan. In dat geval is het nodig om obstakels op te sporen en uit de weg te helpen. In onze praktijk werken we met wat nodig is: het hele gezin, ouders, broer-zus, ouder-kind, grootouders, ooms, tantes. We maken dankbaar gebruik van de natuurlijke neiging van ieder familielid om hun naaste familielid te helpen.